Als jij zelf al niet snapt hoe je iets opschrijft, hoe kun je dan je boodschap overbrengen op je lezer?


Marketing is moeilijk genoeg zonder de valkuilen van onze complexe taal.

Als je een tekst schrijft om je lezer iets te vertellen, over je bedrijf, over een product dat je verkoopt, een dienst die je levert, of omdat je een verzoek hebt voor te leggen aan de lezer, dan is het bovenal zaak dat je zelf goed weet waar je het over hebt. Als jij dat zelf niet goed op een rijtje hebt, dan krijg je het ook nooit goed overgebracht.

Ik heb het niet over de inhoud van je verhaal, want dat is natuurlijk prima voor elkaar, maar wat ook heel belangrijk is, is hoe je je tekst opstelt.

Met hele ingewikkelde zinnen op zich raak je al vlot genoeg de interesse van je publiek kwijt, maar als een zin ook nog grammaticaal niet klopt, dan is je verhaal nog veel meer kansloos. Dan raakt je lezer voortijdig de draad of de interesse kwijt, stopt met lezen en dus bereik jij je doel niet. Dat is zonde.

Persoonsvorm en onderwerp vormen de essentie van iedere zin.

  • Om de persoonsvorm in een zin te ontdekken zetten we de zin in een andere tijd.
  • Het werkwoord dat in de zin verandert is de persoonsvorm.
  • Om het onderwerp te ontdekken stellen we een vraag die gevormd wordt door “Wie of wat” te plaatsen voor de persoonsvorm.

Voorbeeld: “Ik help graag verwarring voorkomen.”
Om de persoonsvorm te ontdekken zet ik de zin in verleden tijd.
Dat wordt: “Ik hielp graag verwarring voorkomen.”
Er staan twee werkwoorden in deze zin: “help” en “voorkomen”, waarvan “help ”verandert in “hielp” dus “help” is hier de persoonsvorm. Op zoek naar het onderwerp vraag ik me af ”wie of wat help?” antwoord: “Ik”.
Met andere woorden: “Ik help” is de kern van deze zin. Dat is wat er wezenlijk gebeurt, verdere details over wat er wezenlijk gebeurt, worden beschreven in de rest van de zin.

Hier heb ik nu erg veel woorden gebruikt om een klein punt uit te leggen, maar hopelijk is de boodschap duidelijk.

Halverwege je zin de draad kwijtraken?

Als je gaat werken met lange zinnen, dan ontstaan er vanzelf hoofdzinnen en bijzinnen. Die doen je tekst gewichtiger overkomen, maar maken de boel er niet altijd duidelijker op.

Bijvoorbeeld Pampers zoekt hierbij in reclameboodschappen redelijk de grenzen op. Een van de meest recente reclameboodschappen gebruik ik even als voorbeeld:

“Vanaf het eerste moment ben jij degene die jouw baby het meeste vertrouwt.”

Het is niet meteen taalkundig fout zoals Pampers dit stelt, maar het schept wel verwarring want behalve de ouders van een baby zal er niemand anders zijn die deze baby vertrouwt. Ik zal in ieder geval andermans baby niet gauw vertrouwen. Maar dat is niet wat ze bedoelen. Als we de zin ontleden dan zien we waar de kronkel ontstaat.

Deze zin bestaat uit twee zinnen. In de eerste zin is de combinatie onderwerp/persoonsvorm “jij/ben” en in de tweede zin lijkt in eerste instantie de combinatie onderwerp/persoonsvorm te zijn “degene die/vertrouwt”. (Hierin zijn “degene” en “die” onlosmakelijk aan elkaar verbonden) dus de beide essenties gecombineerd stellen de vraag: wie is degene die vertrouwt? Dat antwoord is al gegeven in de eerste zin: “jij”. Jij bent degene die vertrouwt. Wie of wat wordt er dan vertrouwd? Het antwoord is dus niet meer “Jij” want je bent al onderwerp. Dat resulteert in de enige andere optie, namelijk jouw baby.

De boodschap die Pampers hier bedoelt over te brengen vereist dat we zien dat “jouw baby/vertrouwt” in de tweede zin de combinatie onderwerp/persoonsvorm is. De uitdrukking “…ben jij  degene die…” suggereert dat het werkwoord dat volgt hierbij hoort. Dat schept verwarring.

Voorkom verwarringen en pas je zin aan.

Indien Pampers ervan had gemaakt “Vanaf het eerste moment ben jij degene waar jouw baby het meest op vertrouwt.”
Of desnoods “Vanaf het eerste moment ben jij degene die hij (of zij) het meeste vertrouwt.”
Dan was er niets aan de hand geweest. De aanpassing is simpel, maar het resultaat spreekt boekdelen.

Nu is het zo dat veel klanten van Pampers, dat zijn natuurlijk ouders van jonge baby’s, sneller geneigd zijn om de visie van Pampers te zien. En ook is het zo dat mensen die minder begaan zijn met waar een baby wel of geen vertrouwen in heeft, voor Pampers geen aantrekkelijke doelgroep zijn, maar wat nu als je door een dergelijke onduidelijkheid in je tekst potentiële klanten mist die je wel had willen bedienen, dan is dat zonde.

Nederlands is best een lastige taal.

Als je dus half twijfelt over je zinsopbouw, of over de begrijpelijkheid van je hele tekst, probeer je zin dan net even anders te formuleren, zodat je alle twijfels wegneemt.  Het hoeft namelijk niet zo te zijn dat je tekst grammaticaal fout is, om toch voor verschillende interpretaties vatbaar te zijn.
Vaak kun je met kleine aanpassingen in je zinsbouw helderheid scheppen. En natuurlijk wil ik je daar graag bij helpen.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.